maandag, april 18, 2005

Falstaff

Ik wil het gezicht niet zien en verdring het met de gedachte van haar mooie ronde heupen die ik net zie verdwijnen voorbij de bar. Ik drink nog een slok van mijn bier en merk dat een lichter gevoel zich van mij meester maakt. Ik ben niet dronken, eerder lichtjes bedwelmd. Ik heb nog nooit goed tegen drank gekund en zal dat waarschijnlijk ook nooit goed kunnen. Naast de bar zie ik haar terug in de deuropening verschijnen, haar kleding en haren nog wat schikkend. Vreemd dat vele vrouwen bij het verlaten van toiletten altijd eerst nog wat moeten schikken. Of zou dit eerder een houding zijn die ze aannemen? Omdat ze weten, wanneer ze de deur terug uitkomen om hun plaats terug in te nemen, ogen op hen gericht zullen worden. Terwijl zij terugkomt, betaal ik.