vrijdag, november 25, 2005

Giorgi

Hij kwam weer eens langs, Giorgi. Lang geleden. Iedere keer opnieuw ben ik verwonderd over de gestalte van die man. Een boom van een kerel. Twee meter en tien. Honderdvijfentwintig kilo. Een handdruk waarvan je lichtjes door de knieën gaat. Giorgi, al tien jaar in België. Afkomstig uit Bulgarije, ondertussen genaturaliseerde Belg. Altijd bereid om iemand te helpen. Hij had nog geholpen met mijn verhuis. Maar nu kwam hij eens iets aan mij vragen. Of hij eens mijn oude fiets mocht lenen. De zijne – en hij zei het op zo’n ernstige toon dat ik het lachten nauwelijks kon bedwingen – daar was hij vorige avond toen hij van het werk kwam doorgevallen. De as gebroken. Maar hij was al wat oud en dat gebeurt nu eenmaal met oude fietsen. Toen ik hem vroeg of het niet eerder door het gewicht kwam van de persoon die er bovenop zat, antwoordde hij onmiddellijk: “neenee, oude fiets. Kan niet meer herstellen.”
Giorgi, soms gaan we samen op stap. Op café, een pintje drinken. Wij zijn leeftijdsgenoten. Als we dan op stap gaan, dan praten we veel over zijn Bulgarije. Over de corruptie in zijn land, over de bereidheid van iedereen om elkaar te helpen. Iedereen helpt iedereen, zomaar. Als er iemand iets gedaan heeft voor jou, dan doe je ook gewoon iets terug. Over hun lekkere eten praten wij, eten klaargemaakt zonder boter maar met veel olijfolie.

Enkele maanden geleden moest hij in zeven haasten terug naar Bulgarije. Zijn vader, plotseling overleden. Kort daarna berooft diens vriendin haar van het leven. Ze kon het niet aan verder alleen te leven. Hij vertelt mij hoe hij als een automaat alles geregeld heeft: kist, begrafenis, notaris, erfenis, huis leegmaken, huis terug verhuren ; weifelend met zijn vaders kleren in zijn handen gestaan, van zijn hart een steen gemaakt en alles aan de armen uit zijn wijk geschonken. Toen alles voorbij was, was hij helemaal leeg vanbinnen. Hij is beginnen drinken om te vergeten. Maar dat lukte niet. Hij begrijpt nog steeds niet hoe hij zo koel alles heeft kunnen regelen, zonder emotie te voelen. Toen alles geruime tijd voorbij was heeft hij zijn klop gekregen. Hij is ingestort en heeft een week aan een stuk gehuild. Hier in België, op zijn appartement. Hij had me wel eens willen opzoeken maar kon van ontreddering zijn huis niet uit. En nu praat hij lang, tot diep in de nacht over de zaken die hij toen wilde vertellen maar aan niemand kwijt kon. Hij is hier alleen in België.
Giorgi, kind aan huis bij Kries, hij komt regelmatig eens langs. Als Kries iets te vieren heeft dan is Giorgi er altijd bij. Mijn vrienden zijn Giorgi’s vrienden en omgekeerd.

Het is halftwee als hij vertrekt. Ik zie hem wegrijden op mijn oude fiets. Met uiterste zorg schijnbaar voor mijn fiets rijdt hij om de hoek. Waarschijnlijk om de as van mijn fiets niet te breken, met zijn hondervijfentwintig op olijfolie gekweekte kilo’s.