vrijdag, april 07, 2006

Als ik jou zeg dat het uit is

Achter glas, met de warme gloed van de zon op mijn huid denk ik aan jou. Het gevoel van je fijne, zachte haren die ik me nu nog steeds, langs mijn wangen strelend, kan voorstellen. Je natuurlijke, kruidige geur. Je warme handen. Je ronde borsten die zacht tegen mij aanleunen. Je mooie – o zo mooie – aantrekkelijke glimlach. Je vragende ogen, die mij aankijken als ik jou zeg dat het uit is en voorgoed onze wegen zullen scheiden.
Eén zin, geslaagd vond ik die, voor dat moment. Mistte haar impact niet.
Nu, zoveel jaar later denk ik , met de warme gloed van de zon op mijn huid, aan jou en aan die ene akelige zin – op zijn Van Veens’ – die nu nog steeds – voorgoed – onze wegen scheidt. Jij nietsvermoedend, in een gelukkig leven, met je man en je twee kinderen. Ik, ten volle, berouw over die uitspraak. Die uitspraak die het – bij het niet uitspreken - net even anders had kunnen maken…