Help! Kries moet naar de tandarts. Ieder jaar opnieuw – of vroeger – ga ik terug naar de tandarts. Maar geloof me, het is echt niet uit vrije wil. Een panische angst, afschuw, afkeer, heb ik voor deze persoon. Hoewel het een mooie dame is, waar ik mij met alle plezier aan haar borst mag neervlijen, zou ik dat toch liever onder andere omstandigheden doen. Het prikje om te verdoven, helemaal geen probleem… Het boortje, en nu komt het, met dat hoge indringende geluid. Dan die traagdraaiende boor die je tot in de toppen van je tenen voelt daveren. Het koud zweet zal weer op mijn voorhoofd staan. Ik zal blij zijn als ik weer – weliswaar met doorhangende lip – thuis zal zijn. Om kwijlend een bakje koffie te drinken en mij te verheugen dat het weer voor een jaar is dat ik gerust mag zijn. Maar ondertussen tel ik de uren en minuten af. Nog 7 uur, vijftig minuten en tweeëndertig seconden…